U zocht voorbeeldzinnen met daarin "pieterig"
Resultaten 1 - 3 van 3
- dalesmieter: Eerst was het zo'n pieterig ventien en nou is het een dalesmieter (De Wijk)
- pieterig: De gruunte komp wat pieterig op (Dwingelo)
- pieterig: Veur een pieterig bloemkooltien vraogt ze een rieksdaalder (Ruinerwold)