U zocht voorbeeldzinnen met daarin "piggeln"
Resultaten 1 - 4 van 4
- pegeln: piggeln
- piggeln: Jopk en Wilmie hebt het niet vergees kregen; zie mudden der slim tegen piggeln, mor noou kunt ze tev (Eext)
- piggeln: Wij moet er nog tegen piggeln um op tied klaor te kommen (Odoorn)
- piggeln: Zit nou niet aal te piggeln (Klazienaveen)