U zocht voorbeeldzinnen met daarin "plagge"
Resultaten 1 - 4 van 4
- nat II: een plagge, .... driet (Sleen)
- plagge: Asse wij een brödse kiepe op eier zet, doew der een dikke plagge onder (Ruinerwold)
- plagge: De grond is zo geil daj de plagge wel met de klomp kunt kapot schöppen (Coevorden)
- veurschieve: De veurschieve snidt de plagge deur (Ruinerwold)