U zocht voorbeeldzinnen met daarin "pletten"
Resultaten 1 - 6 van 6
- molt: In de oorlog luit ie haver pletten tot molt (Noordscheschut)
- pletten: In de oorlog lötte wij haver pletten (Ruinerwold)
- pletten: Je moet dat gras niet zo pletten (Balloo)
- pletten: Dat bint arge dikke poters, die kun ie eerst wel pletten
- pletten: Dat fluweel begunde zo te pletten (Buinen)
- tablet: Ik moe nog pletten halen, zeden de aolde Sliener (Sleen)