U zocht voorbeeldzinnen met daarin "plezier"
Resultaten 1 - 12 van 12
- alhoewal: Allewel, hij hef er nooit gien plezier van had (Nijeveen)
- bok I: Bai een Jan Plezier zit de koetsier op de bok (Ruinerwold)
- gierig: Hij hef plezier in gierig wezen (Diever)
- graag: Het is een plezier an taofel dat kiend, die is altied graag (Hoogeveen)
- krèeien: Hij kraaide het uut van plezier (Klazienaveen)
- loden II: Aj een echte loden jasse hebt, kunj der jaoren plezier van hebben (Broekhuizen)
- plezier: Det döt mij plezier daj oens ies koomt opzuken (Broekhuizen)
- plezier: Hij huppelt van plezier (Pesse)
- plezierig: Het was een plezierig kluppien; wat hew een plezier had (Sleen)
- steffenrien: De padjongs hadden 's nommedags heur iegen plezier; zie gungen oet Steffenrien
- vergallen: Je moet heur plezier niet vergallen (Balloo)
- woordenboek: Wij bint al jaoren mit plezier met het Drents Woordenboek bezig (Borger)