U zocht voorbeeldzinnen met daarin "plomp"
Resultaten 1 - 11 van 11
- as II: As alle assen in zee vullen, wat zul dat een plomp geven (Sleen)
- plomp I: Der stund 's mörgens een beste plomp water in de sloot (Roswinkel)
- plomp I: Hij har een dikke plomp in het lief
- plomp I: Wij hebt een beste plomp bier had (Anderen)
- plomp II: De gele bloem op het water met groot blad, dat is de gele plomp (Oosterhesselen)
- plomp IV: Dat is ja plomp!
- plomp IV: Hij leup op het ies en plomp, hij gunk er deur (Zuidwolde)
- plomp IV: Plomp!, zee ol Willem Boer (Roderwolde)
- plomp IV: Plomp groot
- plons: plomp I
- pompbloem: plomp II