U zocht voorbeeldzinnen met daarin "plukken"
Resultaten 1 - 20 van 37
- albeer: Non moej gauw de albèren plukken, want wij wilt bessensap maken (Beilen)
- bessensap: Non moej gauw de albèren plukken, want wij wilt bessensap maken (Beilen)
- boon: Bonnen kuj plukken, rangen, punten en doppen (Sleen)
- bosbes: De kinder waren an het bosbessen plukken (Anderen)
- doeskodde: Wij gungen doeskodden plukken veur een dreugboeket (Borger)
- doorn: Toen ik een paar rozen plukken wol, kreeg ik een doorn in de vinger (Coevorden)
- frabei: Jonges, de fra(t)beien binnen rood, zuwwe wat plukken? (Meppel)
- grond: Bonen plukken is ruggewaark, dei dingen gruien dicht an de grond (Emmer Erfscheidenveen)
- harfstwark: Knollen plukken is harfstwark (Klazienaveen)
- hegenkannegien: Het völ niet met veur de kinder um de hegenkannegies te plukken (Zwinderen)
- heide: an heide plukken (Nieuw Amsterdam)
- hiemertien I: Vannömmedag gao wij hen hemeries plukken (Eext)
- hondebloem: IJ moet hondtong plukken veur je knienen (Eext)
- iempien: Wij gaot hen iempies, ...hemerties, ...hiemerties plukken (Sleen)
- knabbelbottien: Wij gaot hen knabbelbotties plukken, zij bint nou lekker (Coevorden)
- knienenvoor: Het is al laat en ik mot nog hen knienevouer plukken (Barger Oosterveld)
- knollengruun: Hie is hen knollen(gruun) plukken
- koekangen: Wij gaot koekangen plukken (Hijken)
- koren: Je mouten gien koren vertrappen om een klaproos te plukken
- krabbel: Ik heb mij de haande löshaald deur die krabbels met het brummels plukken (Padhuis)