U zocht voorbeeldzinnen met daarin "pongel"
Resultaten 1 - 7 van 7
- pong: pongel
- pongel: Een pong is een zak vol meel en een pongel is een zak, die niet vol is (Eext)
- pongel: Een pongel kuj an een stok aover de nekke dragen (Hollandscheveld)
- pongel: Hij leup mit pongel ien de dook (Ruinen)
- pongel: pongel in de boks
- pongel: Een pongel was een zak vol meel, een pongeltie was een klein beetie (Erica)
- pongel: Dat is zo'n pongel van een vent, die kan flink wat op (Hollandscheveld)