U zocht voorbeeldzinnen met daarin "poos"
Resultaten 1 - 6 van 6
- bijproten: Wij hadden mekaar een hele poos niet zeen, maor op de bruloft hew even lekker bijproot (Beilen)
- ofstappen: As het peerd een poos stilstaon hef, kuj hum het beste eerst even ofstappen laoten (Norg)
- poos: Ik heb hum een hiele poos niet zien (Sleen)
- toer: poos, raom I, roffel
- toonstelling: Een hiel poos veur de (ten)toonstelling begunt ze al te versieren (Oosterhesselen)
- umlopen: Hij hef een poos umlopen, veurdat e wark had (Coevorden)