U zocht voorbeeldzinnen met daarin "postbode"
Resultaten 1 - 7 van 7
- alarmpistool: Dei postbode har altied een alarmpestol in de buutse tegen de honden (Barger Oosterveld)
- boerenkoffie: Daor kriej aaid boerenkoffie, vertelde de postbode mij
- gladdigheid: De postbode har een hekel an gladdens (Zuidlaarderveen)
- haansch: De postbode haar haalve haansken an (Roderwolde)
- lopend: Een postbode hef lopend wark
- postbode: Die postbode mot hielwat ofjakkern (Balloo)
- richtig: Oenze hond was niet zo richtig, hij hef de postbode ook al ies onder had (Ruinerwold)