U zocht voorbeeldzinnen met daarin "postzegel"
Resultaten 1 - 3 van 3
- gasterd: Dörk is ook een mooie gasterd, hij hef een brief zonder postzegel op de busse gooid (Havelte)
- liem II: Der zit gien liem an de postzegel (Ruinerwold)
- stempel: Der is gien stempel op de postzegel kommen (Gasselte)