U zocht voorbeeldzinnen met daarin "potakster"
Resultaten 1 - 4 van 4
- potakster: Hij hef een grote mond veur een potakster (Zeyen)
- potakster: Wat meent den potakster wal! (Coevorden)
- potakster: Een aparte potakster, en dat is hij (Zuidwolde)
- potstronk: strophoos, potakster, potstroop