U zocht voorbeeldzinnen met daarin "potstal"
Resultaten 1 - 10 van 10
- even II: Wij moet de potstal even even (Sleen)
- heideplagge: As het in de potstal te nat weur, dan gooide de boer èerde en heideplaggen der in (Zuidwolde)
- hokkeling: De hokkelingen leupen in de potstal (Norg)
- oetlaan: Morgen murre wij de potstal uutlaan
- plaggenmes: Wij hebt een voor plaggenmes oet de potstal haald (Sleen)
- plak II: Mes uut de potstal, daor zit plak in; ie trekt oe kepot
- potstal: Der zit nog een dikke bonke mest in de potstal (Broekhuizen)
- potstal: Een potstal oetmesten was een gemartel (Padhuis)
- reep II: Vrögger hadden de pinken de repe in de potstal, en de schaopen hadden ook een repe in het hokke (Ruinerwold)
- steek: Er zit wel twee steek mest in de potstal (Drouwen)