U zocht voorbeeldzinnen met daarin "prevelement"
Resultaten 1 - 5 van 5
- prevelement: Wij kregen van mien va eerst een prevelement, veurdat wij met mekaar op pad gungen (Oosterhesselen)
- prevelement: Hij höldt een hiel prevelement
- prevelement: Hij hef zien prevelement altied klaor (Hoogeveen)
- prevelement: Hij har nogal een hiel prevelement
- prevelement: Wij bint er weer veul te late weer; wij zult wel weer een prevelement kriegen (Ruinerwold)