U zocht voorbeeldzinnen met daarin "priester"
Resultaten 1 - 6 van 6
- advent: In de advent drag de priester paars
- priester: Wat een eigenwieze priester! (Sleen)
- priester: Most dei priester toch is heuren! (Emmer Erfscheidenveen)
- priester: Dat is een mooie priester
- priester: Moej ies zien, wat een priester (Sleen)
- wijden: Mien oom is in 1943 priester wijd (Barger Oosterveld)