U zocht voorbeeldzinnen met daarin "proem"
Resultaten 1 - 8 van 8
- effie: Een affie is meer pit as proem (Schoonebeek)
- eupie: Vrouger zeden ze eupie tegen een klaine proem (Eexterveen)
- proem: Kuj ok proem zeggen met de mond dicht?
- proem: De mot wordt al rood um de proem (Rolde)
- proem: ondeugend proem van een kèreltien (Sleen)
- snirten: Een proem achter de koezen en dan maor snirken (Vries)
- snor II: gien proem tebak meer weerd
- tabakskauwer: Hij is een tabakkauwer, hij hef aaid een proem achter de koezen (Beilen)