U zocht voorbeeldzinnen met daarin "pummel"
Resultaten 1 - 5 van 5
- piemel I: piel I, pummel
- poemel: pummel
- pummel: Ik heb nog nooit zo'n onverschilige pummel zien, as ie bint (Hijken)
- pummel: Wat is dat een dikke pummel! (Coevorden)
- pummel: De roene luup de hiele tied met zien pummel der oet (Padhuis)