U zocht voorbeeldzinnen met daarin "rabauwen"
Resultaten 1 - 3 van 3
- rabauw: Het bint rabauwen, die jongen, ze ziet er uut as vaarkens (Dwingelo)
- rabauw: Zij koomt uut een ruug nöst, het bint echte rabauwen (Hoogeveen)
- rabauwen: Hinkeln, dat vunden de jongen te kinderachtig. Die murren rabauwen (Hijken)