U zocht voorbeeldzinnen met daarin "rampelzant"
Resultaten 1 - 5 van 5
- antrekken: Albert mot lotten, trekt ie an, dan moew een rampelzant kopen
- rampelzant: As de borgerzeunties niet in dienst wolden, dan zöchten ze een rampelzant (Hollandscheveld)
- rampelzant: Vrogger waren der jonge kerels, die keer op keer rampelzant waren, tot veer, vief keer toe (Padhuis)
- rampelzant: Dat is een olde rampelzant, dat is een ding van niks (Roderwolde)
- rampelzant: Iene die wat bijzunder is, dan zeg wij wel: wat een raore rampelzant (Ekehaar)