U zocht voorbeeldzinnen met daarin "reep"
Resultaten 1 - 9 van 9
- reep I: Ik heb daor een reep stof ofscheurd (Erica)
- reep I: Berend hef der nog een reep laand liggen (Vries)
- reep I: Wij zult de kinder maor een reep sukkelao metnimmen (Drouwen)
- reep II: Ik moe het pèerd nog even wat heui in de reep, ...riep doen (Sleen)
- reep II: Die is deur de reep voord
- reep III: Ze trokken het vlas deur de reep (Een)
- riep I: De polterboom wordt veuran um de kop vaastmaokt met een körte reep (Eext)
- spiel: Het peerd trekt het heui deur de spielen van de reep (Eext)
- ziede I: Snie mij even een reep van die ziege spek of (Stieltjeskanaal)