U zocht voorbeeldzinnen met daarin "reet"
Resultaten 1 - 13 van 13
- daok: Hij lee neei reet op de daoken (Ruinen)
- flessebaand: Flessebaand reet is dunner as dunbaandreet (Hijken)
- maand: ...Hej nog een bossie reet/Aans komp Paosenmaendag neet (Diever)
- reet I: Hij maakt hum niet drok, hij zit liever op zien reet (Hoogeveen)
- reet I: Za'k joe een schop in de reet geven? (Klazienaveen)
- reet I: onder de reet... (Wapse)
- reet I: Lik mij de reet!
- reet I: Je kunt aachter het teneel deur een reet kieken (Balloo)
- reet I: Het tochtte deur een reet in de deur (Eelde)
- riet: As de koenen in die reet koomt, koomt ze der nooit weer uut (Hollandscheveld)
- riet: Der lop een reet dwars deur dit stuk hen; hie zakt en gruit dicht, mor toch is e te zeein (Eext)
- rieten: De hiele boks reet mij lös achter die spieker (Sleen)
- verdekken: Het olde reet weer verdekken