U zocht voorbeeldzinnen met daarin "regeln"
Resultaten 1 - 6 van 6
- commedant: Det is een commandant, het is iene die de bool altied regeln wil en bestellen (Pesse)
- grootknecht: De grootknecht kan de boerderij net zo goed regeln as de boer (Eext)
- regeln I: Dat wiefie wil altied alles regeln (Nijeveen)
- underling: Dat kunt wij underling wal even regeln (Nieuw Dordrecht)
- voor III: Met de pen in het halve gat kuj de diepte van de voor regeln (Schoonebeek)
- zaak: Die kan nog gien zaoken regeln, die is nog niet meerderjaorig (Anloo)