U zocht voorbeeldzinnen met daarin "reitdekker"
Resultaten 1 - 4 van 4
- anleggen: De reitdekker mus het begun even sekuur anleggen (Norg)
- handlangen: Ik mus de reitdekker haandlangen (Norg)
- stoten: De reitdekker is het stro an het stoten
- vlechtwark: De reitdekker had het vlechtwark er nuver anmaakt (Sleen)