U zocht voorbeeldzinnen met daarin "rementen"
Resultaten 1 - 7 van 7
- juchtern: De jongen waren de hiele aovend al an het rementen en juchtern (Borger)
- rabalten: rementen
- rementen: Hol op te rementen, de blooumen vleeigt ja van de taofel of (Eext)
- rementen: De kinder zit in het heui te rementen (Barger Compascuum)
- rementen: Kun ie het nog een beetie rementen, noe as oe de vrouwe zeek is? (Elim)
- rementen: Kuj het nog wel rementen zunder hulpe? (Vledder)
- vodden: Wat bint die kiender weer an het vodden en rementen (Geesbrug)