U zocht voorbeeldzinnen met daarin "remoerig"
Resultaten 1 - 2 van 2
- remoerig: Wat bint die kinder remoerig, ...rumoerig, wij kriegt aander weer (Sleen)
- remoerig: Mit Dwingelder maark wordt het volk tegen het ende van de middag wat remoerig, ...rumoerig (Dwingelo)