U zocht voorbeeldzinnen met daarin "rempen"
Resultaten 1 - 4 van 4
- rempen I: Ie muut mij niet zo rempen, ik mute mien eigen gaank gaon (Uffelte)
- rempt: Wil ie rempen maeken daj weg koomt! (Dwingelo)
- rempt: Toen de pelitie der an kwaamp waren de jongen rempen uut de voten (Diever)
- schielijk: Wat is hij jao rempen esturven. Ik had niet dacht dat het al zo schielijk zul oflopen (Uffelte)