U zocht voorbeeldzinnen met daarin "reperd"
Resultaten 1 - 5 van 5
- reperd: reperd
- reperd: wat een reperd is die koe! (Dwingelo)
- reperd: Die jonge is zoe'n reperd, die hef altied de boel kepot (Hoogeveen)
- reperd: Die man, dat is een reperd; die kun zien kinder niet in ien trouwboekien holden (Sleen)
- reperd: Dei olde was vrouger een echte reperd, door was gien wich veur veilig (Barger Compascuum)