U zocht voorbeeldzinnen met daarin "ribbel"
Resultaten 1 - 5 van 5
- ribbel: op de ribbel
- ribbel: Hij is elke aovend op de ribbel (Ruinerwold)
- ribbel: Dat peerd is op de ribbel west
- ribbeln: Ik ribbel van de kolde (Emmer Erfscheidenveen)
- rittel: ribbel