U zocht voorbeeldzinnen met daarin "rijen"
Resultaten 1 - 8 van 8
- hossen: Vrogger hosten wij as 't feest was; in lange rijen, arm in arm, sprungen en daansten wij dan achter (Hoogeveen)
- opbreken: Törf opbreken: 3 rijen opbreken en die legde men op 3 vaste rijen en nao een week goed dreugen zett (Pesse)
- riegen II: rijen
- rijdraod: As de vrouwlu an het rijen bint, haalt zij een riegdraod deur de stof (Hoogeveen)
- rijen I: As kind zaten wij wel te krallen rijen (Gieten)
- rijen I: Krallen moej met stark gaoren rijen (Norg)
- rijen I: Veur aj de naod op de mesiene stikt, muj eerste rijen (Broekhuizen)
- rijen II: Morgen wil ik de eerappels rijen, d.w.z. dan wi'k der veur de eerste keer mit het schoffeltuug deur (Klazienaveen)