U zocht voorbeeldzinnen met daarin "rikrak"
Resultaten 1 - 8 van 8
- krikkrak: rikrak
- rikrak: Een aold rikrak van een pèerd (Sleen)
- rikrak: Hij wordt ook al een old rikrak
- rikrak: Een rikrak is een dubbele meul (Oosterhesselen)
- rikrak: Mit een rikrak kuj twei kaanten uut (Hoogeveen)
- rikrak: Hij haar wel een mooie rikrak
- rikrak: Hij hef de prooties met een rikrak
- weg II: Ik heb hum de fietse of epakt, mar der is niet veule weg an die olde rikrak