U zocht voorbeeldzinnen met daarin "rister"
Resultaten 1 - 6 van 6
- rèren: Aj an het ploegen waren in roeg laand, dan reerde het rister der deur
- rister: Een rister an het mes an de ploeg, waormit de grond ummegooid wordt (Hoogeveen)
- rister: De platte rister wurd bruukt veur greslaand scheuren (Roswinkel)
- ruzel: rister
- scheer I: Met bolten zat de scheer vaast an het rister (Eext)
- schulp: De schulp is het rister van de ploeg en een schulp vangt de kwalm van de laamp op (Eexterveen)