U zocht voorbeeldzinnen met daarin "roegvoor"
Resultaten 1 - 4 van 4
- fienvoor: Veurdaw de koenen roegvoor geeft, kriegt ze eerst nog wat fienvoor (Oosterhesselen)
- krachtvoor: IJ hadden roegvoor en krachtvoor. Krachtvoor wuur koft, zoas meel, koeken etc. (Sleen)
- rauwvoor: roegvoor
- roegvoor: De meeste boeren hebt in de meitied het roegvoor wal op (Hijken)