U zocht voorbeeldzinnen met daarin "roeien"
Resultaten 1 - 5 van 5
- riem I: Ie moet roeien mit de riemen, die aj hebt (Dwingelo)
- roeien: As ik mar een bootie heb, dan wil ik wel roeien (Klazienaveen)
- roeien: *Ie moet roeien mit de riemen, die aj hebt
- scheer I: Vrogger was het water schone; nou kun ie der niet meer roeien deur al die schèren (Ruinerwold)
- taoi: Het zal der wal taoi zitten um die ziekte oet te roeien