U zocht voorbeeldzinnen met daarin "roekeloos"
Resultaten 1 - 4 van 4
- roekeloos: Met dat vergif moej niet zo roekeloos umgaon (Coevorden)
- roekeloos: Hij was altied al zoe'n roekeloos mannegie ewest; altied waogde hij het op een haor of (Havelte)
- roekeloos: As ze nou maar niet deur het ies zakt; kiender bint zo roekeloos (Hollandscheveld)
- roekeloos: Het giet er roekeloos toe