U zocht voorbeeldzinnen met daarin "roepien"
Resultaten 1 - 4 van 4
- roep: Ien zien broekien zat een scheur en daor kwam zien roepien deur (Hoogeveen)
- roep: roepien
- roepien: Kom hier mor hen, mien klein roepien (Hijken)
- roepien: Het wordt een ondeugend roepien, aj hum niet anpakt (Beilen)