U zocht voorbeeldzinnen met daarin "rondkommen"
Resultaten 1 - 6 van 6
- rondkommen: Wij kunt niet rondkommen over de pries (Pesse)
- rondkommen: Deur een goud gesprek binnen wai rondkommen (Norg)
- rondkommen: Hij kun met die wagen niet rondkommen (Emmen)
- rondkommen: Wij zint zuver rondkommen met hum (Sleen)
- salaris: Hai kun niet rondkommen met zien salaoris (Roden)
- ziektegeld: Van dat beetien ziektegeld kan hie ok niet rondkommen (Sleen)