U zocht voorbeeldzinnen met daarin "rondtien"
Resultaten 1 - 5 van 5
- gniezebieter(d): Ik gaf een rondtien, mar van die kniezebieter kriej nooit ien weerum (Padhuis)
- kennen: Ik laot mie nich kennen, ik geef nog een rondtien (Barger Oosterveld)
- ronde: rondtien
- rondtien: Hij hef feest, hij gef een rondtien (Hoogeveen)
- rondtien: Het waren altied dezölfden die veur een rondtien wegkreupen