U zocht voorbeeldzinnen met daarin "rong"
Resultaten 1 - 3 van 3
- rong: IJ moet even een haak um de rong doen, dan kan de ledder niet verschoeven (Sleen)
- rong: De wagen mot hen de smid, met de bovenvracht is de rong zet (Borger)
- schamel I: Een schamel is een balkien mit an weerskaanten een rong en in het midden een penne, waordeur het veu