U zocht voorbeeldzinnen met daarin "rossen"
Resultaten 1 - 7 van 7
- baolie I: De balie wurde wat wasgoed in edaone, dan het wasbrud der in en mar rossen um het schone te kriegen. (Koekange)
- rossen: Doe most dat peerd goud rossen, dan komp de hoed los (Barger Compascuum)
- rossen: Neie eerappels muj eerst even flink rossen mit een olde klompe, dan hej ze zo schone (Ruinerwold)
- rossen: rossen mit een stok (Roderwolde)
- rossen: Der zit nog veul roet in de erpel, ik zal ze nog even rossen met de ege (Emmen)
- rossen: De pan was zo anbraand, hij kun er neit tegen rossen om hom weer schoon te kriegen (Peize)
- wasbord: De balie wurde wat wasgoed in edaone. Dan het wasbred der in en mar rossen um het schone te kriegen (Koekange)