U zocht voorbeeldzinnen met daarin "ruilen"
Resultaten 1 - 12 van 12
- jammern: Hie döt niks as jammern as e 'n belastingzetel kreg, mor ik wol wel ruilen met zienen, dan har ik h (Eext)
- klebaster: Wi'j die klebaster ruilen veur tien knikkers? (Noordscheschut)
- liek III: Wai ruilen liek om (Norg)
- onverziens: Ik wil onverziens mit oe ruilen (Noordscheschut)
- ruilen: Ik wil det peerd wel van oe kopen, mar ik wil ook wel ruilen (Ruinerwold)
- ruilen: Zeg even dat het ruilen van de haon niet deurgeit
- ruilen: Aj die jurk ruilen wilt, moej de kassabon metnemen (Borger)
- ruilen: *Van ruilen komp huilen (Dwingelo)
- stuiter: Ien stuiter ruilen veur vief knikkers? (Klazienaveen)
- top-um: Zuw ruilen? Wij doet top um (Sleen)
- top-um: Zij ruilen top omme (Erica)
- umruilen: Wij ruilen de boeken um (Coevorden)