U zocht voorbeeldzinnen met daarin "rukerij"
Resultaten 1 - 3 van 3
- rozeneulie: Rozeneulie was rukerij en dat deden ij op de zakdoek of achter het oor (Sleen)
- rukerij: Geef mij veur mien verjaordag maor een flessie rukerij (Borger)
- ruuk: Woj een beetien ruuk, ...rukerij van mij op de buusdoek hebben? (Sleen)