U zocht voorbeeldzinnen met daarin "runnen"
Resultaten 1 - 5 van 5
- Hogeveine: Ik bin op klompen van het Hogeveine komen runnen mit vief pond van het allerbeste Hogeveins gebuuld
- rennen: Ze mussen der tegen rennen, ...runnen om op tied te kommen (Anloo)
- rennen: Dat schaatsen runnen eerder was een feest
- rennen: Keuj het nog wel runnen?
- runnen I: Hij kan die zaak wel runnen, laot hum maar lopen (Meppel)