U zocht voorbeeldzinnen met daarin "ruumhaak"
Resultaten 1 - 4 van 4
- krabber: As de ruumhaak het niet kun doen en der aordig polten inzaten, haj een krabber neudig (Sleen)
- ruumhaak: Rommel oet de sloten trekken gebeurt met een ruumhaak (Oosterhesselen)
- ruumhaak: Een ruumhaak is een schup met een umgebeugen blad (Emmen)
- todde: Hinnerk sleug de ruumhaak achter de todden en wupde ze op de kaant