U zocht voorbeeldzinnen met daarin "schandaal"
Resultaten 1 - 6 van 6
- dekmantel: Zie wolden dat schandaal niet naor het darp in hebben, mar het is niet under de dekmantel bleven (Sleen)
- gelegouw: Is het gien schandaal, daor hef der weer iene een gèlegouwe hen elegd; kunt ze nou niet argens aans
- grof: Het is een grof schandaal (Weiteveen)
- schandaal: Het kan nog wel op een groot schandaal uutdreeien (Ruinerwold)
- schandaal: Met zien kapotte kleren leup e veur schandaal bij, ...an het pad
- schandaal: Jongs, maak toch niet zo'n schandaal, het heuren en zien vergiet oes (Coevorden)