U zocht voorbeeldzinnen met daarin "schaolen"
Resultaten 1 - 4 van 4
- barmsloot: Tussen de middag slinterden wij een keer aover de schaolen van de briede barmslot bij 't spoor
- nust: een nust schaolen (Gieten)
- schaol II: Wij hebt almaol schaolen op de balken liggen (Sleen)
- schaol II: Er dreive schaolen in het deip (Roderwolde)