U zocht voorbeeldzinnen met daarin "scharp"
Resultaten 1 - 20 van 45
- bekeukeln: IJ kunt zo scharp kieken aj wilt, maor hie giet je bekeukeln (Exlo)
- dòp I: As de kippen gien scharp kriegt, bint de doppen niet stark (Hijken)
- duus: Arg scharp is ze niet, het is mij zo'n deusie (Hoogeveen)
- egge I: As de zende goed scharp is, mut de egge aover de nagel lopen (De Wijk)
- eggen: Bij stomp eggen stunden de tanden naor achtern en bij scharp eggen naor veuren (Dalen)
- eggen: Stomp eggen is half overlappen en scharp eggen is net an het veurige langes (Elim)
- eggen: Stomp eggen, dan legt ze de eeg met de tanden umhoog en scharp eggen, dan gaot de tanden deur de gro (Gasselte)
- euliestien: Messen muken ij scharp op een euliestien (Emmen)
- gehèur: Hie hef een scharp geheur (Zweelo)
- gerei: Hij hef goed scharp gerei (Westerbork)
- glien: Wat is dit mes scharp, het glidt deur de stoete hen (Ruinerwold)
- haarspit: Hie har de zèende zo scharp, hie hef de kop van het haarspit ofmèeid (Sleen)
- handeln I: is scharp in het handeln (Barger Compascuum)
- honger: Honger is een scharp zweerd (Exlo)
- inkopen II: wilt, maj wel hiel scharp inkopen (Hoogeveen)
- kalvermes: Kalvermes is scharp (Zweelo)
- kiffeln: De bessemstale was te dikke en met een scharp mes kiffelde hij an de onderkaante der wat of en toe p (Meppel)
- Klaos: ...Hef zien messien scharp/En giet der met deur het darp (Sleen)
- moezentaandtien: Moezentaandties bint scharp, aans kunt ze niet zo knagen (Sleen)
- nagel: As eerder de zwao haord was, mus de snee van de zwao over de naogel lopen; dan was e goed scharp (Rolde)