U zocht voorbeeldzinnen met daarin "schepel"
Resultaten 1 - 5 van 5
- akker: Een akker is een schepel laand (Pesse)
- mud: Der was een oosters mudde (= 4 schepel laand) en een westers mudde (= 3 schepel laand) (Dwingelo)
- oosters: Een oosterse mudde is 4 schepel laand en een westerse mudde 3 (Dwingelo)
- schepel: Een schepel eerappels is 25 kilo (Ruw), Een schèpel is een kwart mudde (Pesse)
- schepel: Een schepel laand is 8 are (Dwingelo)