U zocht voorbeeldzinnen met daarin "schlemiel"
Resultaten 1 - 4 van 4
- schlemiel: Wat is dat een dunne schlemiel (Geesbrug)
- schlemiel: Wat een schlemiel, der is gien boon an bejacht (Klazienaveen)
- schlemiel: Nou is hij de schlemiel (Eelde)
- schlemiel: Een schlemiel is een armzalig persoon, die het altied tegenlöp (Hollandscheveld)