U zocht voorbeeldzinnen met daarin "schoft"
Resultaten 1 - 20 van 23
- dracht: De dracht hunk aover de schoft van het peerd. Beneden an beide enden was er een lusse in en daorin k (Hoogeveen)
- gaon: De schoft is om, we moeten der nog maar even weer bijgaon
- henbrengen: Kun ie oen va mit schoft het èten èven henbrengen (Elim)
- hongern: Ik heb 't schoft vergeten, dat wordt vandaag hongern (Barger Compascuum)
- kussen: Het draogstuk van een peerzeel hef een kussen, die drukt op de schoft van het peerd, aans drukt het (Eext)
- kussen: Op het schoft zit twie kussenties, op elke kaant iene (Sleen)
- pauze: Bij het teniel zeden ze: het is pauze, op het land: het is schoft, en op schoel: het is speulkwartee (Sleen)
- schoft I: Dat is al een best schoft leden dat wie mekaar zein hebt (Barger Compascuum)
- schoft I: As de witte vlagge achter de schure hangt, is het schoft (Elim)
- schoft I: Jonges, het is tien uur, wij hebt schoft (Hooghalen)
- schoft I: Doe harst dien schoft vergeten, ik heb die het man even naobracht (Barger Oosterveld)
- schoft I: *Tied holdt gien schoft
- schoft II: Die man kuj niet vertrouwen, dat is wel zo'n schoft (Ekehaar)
- schoft III: Dat pèerd hef de schoft te leeg (Sleen)
- schoft III: Het peerd wordt bij de schoft meten, hoou groot as e is (Eext)
- schoft III: Ik hebbe vaste wat kaolde lene, de schoft döt mij zeer (Hollandscheveld)
- schoft III: Die hef altied al een schoft had (Geesbrug)
- schoftien: schoft
- schoftriem: De schoftreim laag over de schoft en huil het zeel op het goie stee (Roderwolde)
- schofttied: schoft