U zocht voorbeeldzinnen met daarin "schokker"
Resultaten 1 - 5 van 5
- motor: Wij hadden ok zo'n mo'torregien op de schokker (Sleen)
- schokken: schokker
- schokker: De schokker is van net nao de oorlog (Sleen)
- schokker: Ik heb de buurman zien schokker een dag um de poters te sorteren (Elim)
- schokker: An de schokker staon te drèeien was een vervelend wark. De eerappels weurden dan in drei of vier so (Geesbrug)